“Transitie is elkaar versterken, ook zonder subsidies”
Het Nationaal LNG Platform bestaat tien jaar. Middels vijf artikelen blikken we terug op 10 jaar (bio-)LNG-ontwikkeling in Nederland. Hierbij het derde artikel: wat is de brandstof van de toekomst? Dat is onmogelijk nu al aan te geven. Wat wel mogelijk is, is nu de stappen te zetten die realiseerbaar zijn. Wacht niet op iets dat er misschien gaat komen…
Het is de tijd van energietransitie. “De transitiestappen in duurzaamheid van olie naar aardgas, naar biovormen en naar elektrisch en waterstof snapt iedereen. We moeten ons wel realiseren dat we op dit moment pas in de beginfase van de hele transitie zitten. Onze focus moet liggen op het blijven doorontwikkelen.” Het Nationaal LNG Platform is in gesprek met Theo Heinink, binnen de provincie Gelderland medeverantwoordelijk voor logistiek en goederenvervoer. Een man met een missie: “Maak gebruik van elkaars kennis en kunde, leer van elkaar en zie wat er gebeurt.”
“Een paar jaar geleden kreeg ik de opdracht om de mogelijkheid te bekijken om LNG-vulpunten te realiseren in Gelderland. Dat vond ik een kip-ei-verhaal: prima om LNG-vulpunten neer te zetten, maar dan moeten er ook LNG-trucks op de weg komen”, begint Theo Heinink zijn verhaal. Die gedachte werd de aftrap van de Gelderse LNG-stimuleringssubsidie die ertoe geleid heeft dat er alleen binnen de provincie Gelderland al ruim 200 LNG-trucks op de weg kwamen.
Transitie is elkaar verstreken, ook zonder subsidies
“In het begin verliep de subsidieverstrekking moeizaam, maar het laatste jaar is er een enorme run op LNG-trucks gekomen. Die 200 zijn echt een significant deel van alle LNG-trucks die op dit moment in Nederland rijden, dat is heel mooi. Toch vind ik het erg belangrijk en goed dat we het hele transitieverhaal nu anders aanvliegen. Het gaat erom dat we als gemeenten, provincies, bedrijven en ondernemers elkaar versterken in de energietransitie, met alleen subsidies komen we er niet. Iedereen zal iets aan de keten moeten toevoegen, zodat we er zo duurzaam mogelijk uitkomen met z’n allen.”
In de beginperiode van het LNG-tijdperk, gaven veel traditionele tankstations bij Theo Heinink aan dat ze hun stations wilden uitbreiden met LNG, maar hij zag nooit zware trucks tanken langs de snelweg. “Omdat ik niet van de top-down-benadering houd die de overheid eigen is, ben ik bottom-up gaan denken. Ik ben in gesprek gegaan met het bedrijfsleven en heb ideeën gecombineerd. Dit heeft er toe geleid dat we vulpunten zijn gaan realiseren bij de ontsluitingen van bedrijventerreinen. Hierdoor konden we massa creëren, wat interessant is voor grote en kleine partijen. Daarop voortbordurend is het idee ontstaan dat we op die plekken meer voorzieningen zouden kunnen bieden.”
Van goederencorridors naar Clean Energy Hubs
De nieuwe manier van denken en een samenwerkingsverband tussen de provincies Limburg, Brabant, Zuid-Holland, Gelderland, het Ministerie van I&W, Rijkswaterstaat en Havenbedrijf Rotterdam leidden een paar jaar geleden tot de MIRT-goederencorridors zuid-zuid-oost-Nederland. Bij de Clean Energy Hubs zijn veel meer provincies aangesloten. Brandstof houdt niet op bij een provinciale grens. Samenwerking is essentieel!
Theo Heinink vervolgt enthousiast: “Dit netwerk hebben we ingezet om de goederencorridors verder uitgerold te krijgen. De vervolgstap daarop zijn Clean Energy Hubs die we nu aan het realiseren zijn. Bij deze hubs worden verschillende, duurzame brandstoffen aangeboden zoals (bio-)LNG en -CNG, tappunten voor elektrisch rijden, waterstof, HVO’s en GTL’s. Daarbij kijken we ook een stap verder. Hoe interessant is het, dat op die hub ook truckparkings gecombineerd worden met een food plein, een sportschool, overnachtingsplaatsen en duurzame wasplaatsen voor trucks. Misschien wordt het in de toekomst mogelijk dat elektrische trucks op ’s nachts op walstroom kunnen aansluiten. Wat te denken van vergaderfaciliteiten en restauratieve voorzieningen? Op dit moment zijn er negen provincies aangesloten bij het programma Clean Energy Hubs, met de overige provincies zijn we in gesprek. Ik hoop dat we zo tegenwicht kunnen bieden aan het rijk zodat we gezamenlijk verder kijken dan alleen de inzet op elektrisch en waterstof. Het lijkt er namelijk op dat Nederland alleen maar nadenkt over de transitie naar elektrisch en waterstof: van grijs naar blauw naar groen. De transitie van LNG naar bio-LNG lijkt niet toegestaan, dat is zo jammer. Het lijkt wel wanneer er weer een nieuw duurzaam speeltje op de markt komt, de politiek daar massaal achteraan rent, terwijl we nu, vandaag en morgen ook al iets te realiseren hebben.”
Dat er groei zit in duurzaam ondernemen met alternatieve brandstoffen is een feit. In onder andere Borne en Groenlo zijn twee Clean Energy Hubs gerealiseerd met verschillende alternatieve brandstoffen, een truckpark, food- en vergaderfaciliteiten. “In Nijmegen en Medel worden laadpleinen ontwikkeld waarin meerdere verschillende partijen participeren. Het is mooi te zien hoe partijen ideeën initiëren en daarmee elkaar enthousiasmeren. Hierdoor worden veel mooie dingen samengevoegd.”
Wacht niet op iets dat misschien gaat komen
Theo Heinink is duidelijk: zet nu de stappen die mogelijk zijn in duurzamer transport. Wacht niet op iets dat er misschien gaat komen. “Dat is echt een grote fout die nu gemaakt wordt. Er is veel zendingswerk te doen voor biobrandstoffen. Als je mij vraagt hoe de brandstoffenmarkt er over 25 jaar uitziet, ben ik ervan overtuigd dat er naast bio-LNG nog één of twee andere schone brandstofmogelijkheden zijn. Er is niet één gouden ei waarop alles geënt zal worden. Als we ons dát realiseren, kunnen we nu al veel meer duurzame stappen maken met elkaar in plaats van tegen elkaar te strijden.”
Samenwerking met de provincie
Terugkijkend op de samenwerking tussen het Nationaal LNG Platform en de provincie Gelderland, blijkt de samenwerking een goede basis voor de regionale aanpak waarop het Platform de afgelopen vijf jaar heeft ingezet. Voorzitter Robert Goevaers is dan ook positief wat de samenwerking heeft opgeleverd: “Ik wil Theo bedanken voor de enthousiaste rol die hij heeft gespeeld bij deze succesvolle uitrol.”