LNG is geen LPG
Bij de start van het Nationaal LNG Platform in 2012, werd LNG vaak met LPG vergeleken. Ten onrechte. Zeker vanuit het oogpunt van veiligheid. LPG is zwaarder dan lucht en blijft bij lekkage laag boven de bodem hangen. LNG is lichter dan lucht en stijgt vrijwel direct op. Dat vraagt dus om heel andere richtlijnen ten aanzien van veiligheid. Door het ontbreken van dergelijke richtlijnen was het lastig om vergunningen af te geven voor de bouw van tankstations. Het Nationaal LNG Platform zag het als zijn taak hierin duidelijkheid te creëren.

Nationaal LNG Veiligheidsprogramma
Dat is de reden dat het Nationaal LNG Veiligheidsprogramma in het leven is geroepen. Dit is een samenwerkingsverband tussen het Nationaal LNG Platform, de overheid, kennisinstituten en Brandweer Nederland. Het programma werkt onder andere aan verbeterde methoden voor de berekening van de externe veiligheidsrisico’s voor inrichtingen en transport van LNG en het vergroten van kennis die nodig is voor incidentbestrijding. Het programma werkt vanuit het ‘vlinderdas’-model: een maximum aan maatregelen om een ongeval te voorkomen, gecombineerd met maatregelen die nodig zijn om de impact te minimaliseren als er toch wat mis gaat.
LNG-vrachtwagens
Een LNG-vrachtwagen heeft – afhankelijk van de gewenste actieradius – zo’n 250 kilogram LNG bij zich. Om deze koud te houden (-162 graden) is de brandstoftank dubbelwandig geïsoleerd. Dit type tank is aan een streng keuringsregime onderhevig en uitgebreid getest en beproefd voor ongevallen en brand. Het aantal ongelukken waarbij een LNG-vrachtwagen betrokken was, is beperkt. Bij een ongeval in Nederland, waarbij de tank werd geraakt, kwam deze onbeschadigd uit het ongeval.
Ook het tanken moet op een veilige manier gebeuren. De veiligheidseisen voor de betrokken installaties zijn vastgelegd in de richtlijn PGS 33-1 (zie hieronder). Bij het aanvragen van een milieuvergunning, dient de initiatiefnemer bij het bevoegd gezag een QRA (Quantity Risk Assessment) in te leveren. Hiermee wordt getoetst of een tankstation binnen de door de PGS 33-1 gedefinieerde veiligheidsrisico’s valt. De LNG-industrie heeft in overleg met het RIVM een lijst met alle aan veiligheid gerelateerde componenten opgesteld. Binnen het Veiligheidsprogramma worden alle relevante componenten beproefd op hun faalkans.

LNG-Binnenvaartschepen
De technische eisen waaraan LNG-installaties aan boord van binnenvaartschepen moeten voldoen, worden uniform vastgesteld door de Technische Commissie van de Internationale Rijncommissie te Straatsburg. Voor LNG zijn de voorgestelde normen in 2014 technisch goedgekeurd. Na administratieve afhandeling zullen ze eind 2015 bindend zijn.
PGS 33
In 2013 verscheen in de Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen de richtlijn ‘Aardgas: Afleverinstallaties van vloeibaar aardgas (LNG) voor motorvoertuigen’ (PGS 33-1). Hierin zijn veiligheidsvoorschriften opgesteld voor LNG-tankstations. Via de omgevingsvergunning voor milieu of een algemene maatregel van bestuur kunnen onderdelen van de richtlijn van toepassing verklaard worden op een tankstation. Voor bunkerstations voor schepen is de PGS 33-2 inmiddels beschikbaar.
Interim beleid LNG Externe Veiligheid
Voordat alle veiligheidsstudies zijn afgerond moeten er al vergunningen worden verleend. Daarom is er in nauwe samenwerking tussen overheid en LNG-industrie een interim beleid LNG Externe Veiligheid geformuleerd. Dit biedt het bevoegd gezag richtlijnen om LNG-vergunningen goed te keuren. Hierbij geldt een zodanige veiligheidsmarge, dat later geen vergunningen hoeven te worden ingetrokken. De Circulaire is inmiddels door de Staatsecretaris ondertekend en in de Staatscourant verschenen. Het interim beleid geeft ook informatie over de te bepalen effectafstanden. Mocht er een incident optreden, dan dienen de effecten binnen zekere afstanden beperkt te zijn door – indien nodig – aanvullende maatregelen.
Preventie maar ook zorg achteraf
Het Veiligheidsprogramma verzorgt ook de communicatie naar betrokken partijen, zoals hiernaast afgebeeld. Waar nodig worden wetenschappelijke publicaties verwerkt tot leesbare instructies die op de werkvloer bruikbaar zijn. Meer informatie: Werkgroep Regelgeving en Veiligheid.